Stephen K. Amos is misschien niet de bekendste Britse comedian maar wel een van de meest relevante. Als hij het over de grote thema’s heeft, spits je maar beter de oren, en niet alleen omdat hij zo grappig is.
Stephen K. (van Kehinde, een Nigeriaanse voornaam) Amos treedt vooral op in Australië, de VS en Engeland, zelden op het Europese continent. Maar hij weet zeker dat zijn ‘universele humor’ ook hier zal aanslaan. Als zwarte, homoseksuele man heeft hij in dit circuit bovendien een unique selling proposition, hoewel hij die status zeker niet als dusdanig wil uitspelen.
‘Ik weet niet of ik zo openlijk gay ben op het podium. De meeste mensen zijn zelfs verrast wanneer ze me voor het eerst zien. Ik sta ook liever niet bekend als that gay comedian want dat beïnvloedt de verwachtingen van de toeschouwers die naar mij komen kijken. Seksuele geaardheid is een van mijn vaste thema’s maar lang niet het enige.’
In elk geval een onderwerp dat Stephen K. Amos na aan het hart gaat. In 2007 maakte hij voor Channel 4 de bekroonde documentaire Batty Man, over homofobie in de Jamaicaanse dancehallcultuur. ‘Homohaat blijkt bij veel jongeren geïnspireerd te worden door bepaalde muziekstijlen. Ze citeren minachtende uitspraken van de grote sterren in die genres. Als een trotse en openhartige man moèt ik daar wel iets over zeggen, in naam van al die onzekere jonge mannen in de wereld die alleen maar negatieve dingen horen over hun gevoelens, en zich niet durven uitdrukken.’
De documentaire was het begin van een tv-carrière die tot vandaag voortduurt en Stephen zowel naar Have I Got News For You en Mock The Week bracht als naar EastEnders, The Great British Bake Off en uiteraard Live at the Apollo. Als comedian is hij altijd onverbloemd zijn mening blijven zeggen over maatschappelijke thema’s die hem persoonlijk raken en inspireren.
‘Wanneer je begint als comedian moet je eerst je eigen stem vinden, en proberen om grappig te zijn. Eens dat gelukt is, weet je hoe je met bepaalde onderwerpen kunt omgaan. Het heeft geen zin om het publiek iets te vertellen over jezelf wat het al weet. De grote uitdaging van comedy is net om een publiek dat je niet kent te verrassen met dingen die het niet weet. Daarom speel ik graag in Zuid-Afrika en Amerika, als een zwarte Engelse comedian die homo blijkt te zijn. Een plaatselijke comedian zou niet zo makkelijk wegkomen met mijn materiaal.’
‘Als ik shows doe voor een uitgesproken zwart publiek, kan ik amper religieuze grappen brengen, of schuttingtaal. En toch breng ik die mensen aan het lachen. Als je slim genoeg bent, kun je altijd je punt maken.’
Religie: nog zo’n thema dat Stephen K. Amos maar moeilijk kan loslaten, ook al ligt het in dit tijdsgewricht gevoeliger dan ooit.
‘Door de sociale media heeft nu iedereen een mening. Het eerste het beste buzzword volstaat voor sommige mensen al om zich beledigd te voelen en mijn grappen uit de context te lichten. Mensen die graag kwaad zijn, die mij nog nooit gezien hebben, die het alleen maar weten van horen zeggen, en die ervoor kiezen om beledigd te zijn. Dat is jammer genoeg de cultuur waarin we nu leven.’
‘Ik ben zelf geenszins religieus dus ik moet alle godsdiensten even fair kunnen tackelen. Als een comedian begint over kindermisbruik in de kerk, wordt het algauw vervelend, tenzij hij het doet van uit een originele invalshoek. Wie de ballen heeft om de religieuze waanzin in Islamitische Staat aan te pakken, of Boko Haram in Nigeria, confronteert het publiek met nieuwe vragen en problemen, hopelijk wel een op een grappige manier natuurlijk. Niet beledigen om te beledigen maar wel verder kijken dan wat het publiek al weet en verwacht.’
Stephen heeft comedy niet met de paplepel ingegoten gekregen, wat je nochtans zou verwachten van iemand die in 1970 in Engeland is geboren, op de vooravond van de grote comedy boom.
‘De enige humor die ik in mijn jeugd te zien kreeg, was ouderwetse Britse tv-comedy. Seksistisch, racistisch en homofoob, een reflectie van die tijd. Met dat soort comedy kon ik niets. Vandaag confronteer ik in Australië het blanke publiek met de schandelijke behandeling van de oorspronkelijke bevolking. Ik praat over multinationals die gegrond zijn op de inkomsten uit de slavenhandel en koloniale uitbuiting. We kunnen toch niet doen alsof dat allemaal nooit gebeurd is? Mensen voelen zich soms wat ongemakkelijk omdat ze zelf niks gedaan hebben, en hun ouders en grootouders ook niet. Maar het is wel gebeurd en dat mogen we nooit vergeten.’
‘De reden dat landen als België, Spanje en Engeland nooit hun excuses hebben aangeboden voor de slavernij en de koloniale tijd is dat ze anders zouden overspoeld worden door schade-eisen. Het gaat hier om alle mensen die benadeeld zijn door wat hun familie is het verleden is aangedaan. Het hele systeem zou imploderen.’
En zo zitten we toch weer bij die grote thema’s. Comedians als Stephen K. Amos, op tv en in de theaters, lijken soms nog de enige publieke figuren die durven zeggen waar het echt op staat, en ongemakkelijke waarheden niet uit de weg gaan.
‘De schoonheid van deze baan is dat je voor jezelf werkt. Je bent je eigen censor. Iedereen die voor een krant werkt, of een tv-station, heeft zijn eigen agenda. Als ik iets zeg en de mensen vinden het niks, gaan ze gewoon naar een andere comedian. Als ik mijn standpunt verkondig, zal ik niet in problemen komen. Ik hoef op mijn Twitterpagina niet toe te voegen dat het om mijn persoonlijke meningen gaat. Wij kunnen zelfs liegen om grappig te zijn, weinig mensen zullen het ons kwalijk nemen. Wij zijn en blijven outsiders die veel meer kunnen zeggen dan de gemiddelde burger. Als het maar grappig is.’
Stephen K Amos treedt op 3, 4 en 5 juni op in Mechelen, Brussel en Antwerpen.