Er ging deze ochtend een kleine shock door het Vlaamse comedy-land. Voor het eerst in 25 jaar start binnen enkele weken geen ticketverkoop voor Geert Hoste’s eindejaarsconferences. Om de simpele reden dat er dit jaar geen nieuwe show komt… Hij heeft genoeg andere uitdagingen en bespaart zich ook liever eens de stress. Het moet sowieso zo wat de moeilijkste job zijn als comedian of cabaretier, zo’n conference. Een heel jaar lang al je moppen sparen en ze tijdens de feestenperiode in theaters over het hele land aan je publiek voorstellen. Hopen dat ze niet té gedateerd zijn ondertussen. Ondertussen ook hopen dat je het jaar voor hen goed hebt samengevat, en dat ze toch met minimum één aha-belevenis de zaal verlaten. Om nog maar te zwijgen van alle mogelijke heruitzendingen, die sowieso altijd een beetje het momentum van je materiaal verwaarlozen.
De eigenlijke beginselen van de eindejaarsconference gaan terug naar oudejaarsavonden aan het begin van de 18e eeuw. Bij onze noorderburen werd toen vaak Joost van den Vondel’s toneelstuk ‘Gijsbrecht van Amstel’ opgevoerd. Niet echt opbeurende kost om vol goede moed aan een nieuw jaar te beginnen, en het werd dan ook steeds gevolgd door de iets vrolijkere klucht ‘De Bruiloft van Kloris en Roosje’. In dat stuk zat standaard een nieuwjaarswens verwerkt die voorafgegaan werd door een humoristische terugblik op het voorbije jaar. Het is deze situationele speech die als voorloper van de eindejaarsconference kan gezien worden, die enkele eeuwen later een vaste culturele waarde zou worden.
Fastforward naar 1954, toen Wim Kan op 31 december voor het allereerst op de Nederlandse openbare radio-omroep een eindejaarsconference bracht en die met volgende woorden officieel inluidde: “Men heeft mij gevraagd om in dit nieuwe jaar een paar woorden tot u te spreken in verband met de jaarwisseling.” Vlaanderen pikte echter nooit deftig in op deze uitzendingen, onder andere door het politieke karakter. Maar het format was geïntroduceerd en al snel zetten andere Nederlandse cabaretiers het naar hun hand: Seth Gaaikema (met de allereerste uitzending op televisie), Freek De Jonge (die letterlijk het stokje overnam van Kan tijdens een show), Herman Finkers en Youp van ’t Hek om maar enkele grootspelers te noemen. Recenter wagen ook comedy badboys als Theo Maassen en Javier Guzman (met zijn Sinterklaasconferences) zich aan het genre.
In 1981 ziet de toenmalige ‘humorist’ en ex-mimespeler Geert Hoste het potentieel, na getuige te zijn van een van ’t Hek conference. Tot dan toe hadden andere comedycoryfeeën Gaston en Leo wel al uitzendtijd gehad op oudejaarsavond, maar het is pas met Hoste dat er echt een humoristisch jaaroverzicht op de planken wordt gebracht. Hij introduceert tegelijkertijd ook stand-up comedy in Vlaanderen, zoals ook Karel Michiels opmerkte in ‘Vlaanderen Lacht’. Aan een strak tempo brengt hij actuele moppen, die wel eens durven neigen naar satire. Dit alles netjes in het pak en met een natuurlijke flair. Hij durft tegen schenen schoppen en schrapt bijvoorbeeld zijn koningshuismoppen niet in het jaar dat Boudewijn overlijdt. Na enkele jaren brengt hij zijn shows enkel nog op grote podia zoals Het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel en worden ze ook uitgezonden op radio en tv. Kenmerkend zijn daar de shots van het publiek waarin je bv’s, politici of zelfs leden van het koningshuis kan zien tranen lachen met moppen over zichzelf en collega’s.
Het spreekwoordelijke stokje werd de laatste jaren misschien wel al een beetje doorgegeven aan de enige andere Vlaming die zich tot nu toe aan zulke conferences waagt: Michael van Peel. Hij timmert al enige tijd gestaag aan zijn traditie van eindejaarsvoorstellingen en wordt ook bij het grote publiek steeds bekender. Geen woordspelingen en glimmende schoenen bij Van Peel, maar evengoed een kritische blik op steeds maffer wordende jaren. En als hij zich aan het einde van de voorstelling ook aan een satirisch slotlied waagt, is het moeilijk om de vergelijking met Hoste niet te maken.